Speelt de Belastingdienst blufpoker?
Volgens advocaat Peter Plasman, die optreedt namens de pokerspeler Steven van Zadelhoff, is de actie van de Belastingdienst afgelopen week, waarbij beslag gelegd werd op de inboedel en computers van Van Zadelhoff buiten alle proporties, omdat er nog volop discussie gaande is over de hoogte van de aanslagen. Dat meldde gisteren De Telegraaf in het artikel ‘Fiscus jaagt op pokerprofs’. Zoals wij op 20 oktober vorig jaar bericht hebben, protesteren Nederlandse pokerspelers tegen opgelegde aanslagen van de Belastingdienst, gebaseerd op hun gepubliceerde pokerinkomsten, omdat zij niet als professioneel speler erkend worden, als feitelijk zelfstandige dus. Er werden aanslagen opgelegd over de inkomsten, maar er werd geen rekening gehouden met gemaakte onkosten en eventuele verliezen op andere toernooien. De advocaat Frans Duynstee van het bureau Van Mens & Wisselink N.V. heeft vorig jaar een aantal spelers om zich heen verzameld om een proefproces te starten tegen de Belastingdienst. Volgens Plasman was Van Zadelhof nog in gesprek met de Belastingdienst over de aanslagen. De dienst bevestigt dat, maar gaf te kennen tot de actie te zijn overgegaan omdat Van Zadelhoff hen vertelde naar Malta te gaan verhuizen, in het spoor van Marcel Luske, omdat daar een aanmerkelijk vriendelijker belastingklimaat is geschapen voor pokerspelers. Dat de Belastingdienst om die reden beslag legt is misschien vanuit hun optiek wel verklaarbaar, maar dan zou er geen reden zijn om inzage in de computerbestanden te vorderen. Dit is nu door Van Zadelhoff en zijn advocaat geweigerd. De situatie verhardt zich dus. Het is ook een vreemde situatie. Vrijwel alle pokerprofs spelen ook op internet, maar uitsluitend op sites, die in het buitenland geregistreerd staan. De Nederlandse overheid beschouwt die sites als illegaal, omdat zij geen vergunning hebben in Nederland. Diezelfde overheid echter, via de Belastingdienst, wil wel graag de revenuen over de ‘illegaal’ gewonnen inkomsten claimen via de kansspelbelasting, dan wel de inkomstenbelasting. Een lastige situatie, die alleen maar opgelost lijkt te kunnen worden, als de pokerspelers –net als voetballers en golfers- gewoon erkend worden als professionele spelers, die als zelfstandige een bedrijf runnen en als zodanig dus ook belastingplichtig zijn. Of zij binnen dat bedrijf inkomsten verkrijgen uit activiteiten, die de overheid niet welgevallig zijn, is dan niet van belang. Het spelen op een buitenlandse site wordt immers niet als strafbaar feit of als economisch delict gezien. De wetgever en justitie richten zich uitsluitend op de aanbieders en enkele affiliates, die reclame maken voor de casinosites en online pokerrooms. Wanneer Van Zadelhoff c.s. vinden dat de Belastingdienst onrechtmatig handelt kunnen ze zich wenden tot de Belastingrechter. Het lijkt erop dat er behoorlijk blufpoker gespeeld wordt. Van de pokerspelers kun je dat misschien verwachten, het zit in hun beroepsmatige aard tenslotte, maar van de Belastingdienst zou toch een pragmatischer opstelling verwacht mogen worden.