Britse studies geven inzicht in probleemgroepen bij online gambling

Vandaag (woensdag 16/9) wordt aan de British Psychological Society’s Social Psychology Conference de uitkomsten aangeboden van een studie die gedaan is naar risicovol gokgedrag op internet in vergelijking met traditionele vormen van gokken. Het onderzoek werd uitgevoerd door de faculteit Gambling Studies van de Universiteit van Nottingham Trent en stond onder leiding van de hoogleraar gambling studies Dr. Mark Griffiths.

In feite behelsde het onderzoek een nadere studie van gegevens, die in 2007 waren verzameld. Het resultaat was het rapport Internet gambling:  A secondary analysis of findings of the 2007 British gambling prevalence survey. Het onderzoek was gedaan in samenwerking met de National Centre for Social Research, in samenwerking met Professor Jim Orford van de School of Psychology, Universiteit van Birmingham en werd gefinancierd door de nationale Gambling Commission.

De uitkomst was dat binnen de onderzoeksgroep het risico op problematisch speelgedrag onder de internetgamblers hoger lag dan bij de traditionele ‘landbased’ vormen van gokken. In de oorspronkelijke enquête in 2007 was het gokgedrag gevolgd van 9003 volwassenen van 16 jaar (!) en ouder. Onder internet gambling moet hier tevens worden verstaan het wedden via internet.

Het betreffende onderzoek van Griffiths et all stamt uit 2008. Het eerste onderzoek naar het gokgedrag van de Britten in relatie tot gokverslaving vond plaats in 1999, onder bijna 2100 personen, waarvan driekwart nog op geen enkele wijze gebruik maakte van het internet. Gokken via internet stond hooguit in de kinderschoenen. Slechts 1% van de ondervraagden speelde incidenteel viia internet. In 2007 werd het onderzoek herhaald, nu onder auspiciën van de Gambling Commission en een volgend onderzoek zal in 2010 plaatsvinden. De onderzoeksgroep in 2007 bestond uit 9003 personen (n=9003), waarvan er 476 al of niet regelmatig via het internet gokten (n=476). Deze laatste groep onderscheidde zich in zoverre dat het vooral mannen betrof, goed opgeleid, met vaste en goede banen en meestal single. Het feit dat in de groep internetspelers de leeftijd duidelijk lager lag dan bij de spelers in traditionele landgebonden aanbieders, maakt dat de uitkomsten statistisch niet vergelijkbaar zijn. De (niet uitgesproken) conclusie die her en der op internet werd gesuggereerd dat gokverslaving bij internetgebruik een factor tien hoger was dan bij landgebonden vormen is derhalve niet verdedigbaar. Griffiths zelf stelde in 2007 al: “Er is geen aantoonbaar bewijs dat internet gambling op zich tot meer gokproblemen zou leiden dan non-internet gambling. Recente studies echter tonen wel aan dat het niveau van probleemgokken onder studenten, zowel in het segment casinospelen als bij internet poker, relatief hoog is.” Aangezien Griffiths zo ongeveer bij alle Britse onderzoeken en publicaties betrokken is, behoeft zijn deskundigheid niet in twijfel te worden getrokken. De demografische verschillen worden niet onderschat, maar een feit is dat jongeren en jongvolwassenen aan allerlei vormen van verleiding meer blootstaan dan ouderen. Het is statistisch ook aantoonbaar, dat het uitoefenen van vandalisme op jongeren een grotere aantrekkingskracht heeft dan op ouderen. Echter, uit latere onderzoeken binnen dezelfde doelgroep zal dan blijken dat het overgrote deel van deze jongeren gesetteld zal raken. Zij krijgen een partner, kinderen, een baan, verantwoordelijkheid, een ander sociaal patroon, kortom ze treden geruisloos toe tot het huisje-boompje-beestje gilde. Alle onderzoeken tot nog toe vonden plaats in steeds nieuwe populaties (zoals dat statistisch heet). Dat noopt de onderzoekers tot voorzichtigheid in hun conclusies, temeer daar tegenstanders van online gambling dit soort rapporten onmiddellijk zal aangrijpen om moord en brand te roepen en de publieke opinie en de politiek te bespelen.

Dat de onderzoekers het noodzakelijk achten dat er meer onderzoek gedaan gaat worden mag logisch heten: onderzoekers roepen dat van nature. In dit geval hebben ze echter een punt, tenminste als men de nu gedane onderzoeken zal herhalen binnen dezelfde onderzoeksgroep. Van veel meer waarde dan het (voorzichtig) suggereren van grotere risico’s op probleemgokkers met de intrede van internet gambling is de aanbeveling van de onderzoekers om te bekijken hoe de aanbieders zelf op deze risico’s kunnen inspelen. Juist vanwege de hoge mate van anonimiteit van internetspelers is het aan de aanbieders om risicovol speel- of wedgedrag te signaleren, te analyseren en hun klanten te attenderen op de risico’s en hoe die te voorkomen (preventie) en, als het kwaad al geschied is, de weg te wijzen naar hulpverlening en behandeling.

Het rapport “Internet gambling:  A secondary analysis of findings of the 2007 British gambling prevalence surveytelt zeventien pagina’s en is via onze site te lezen en te downloaden.

Dit artikel is een gezamenlijke productie van de redacties van Onlinepoker.nl en Onlinecasino.nl en wordt derhalve gelijktijdig op beide sites gepubliceerd.